Esther: 1e stagedag

16 oktober 2017 - Soroti, Oeganda

16-10-2017

Eindelijk een blog van mijn kant! Woensdagavond zijn we dus aangekomen in Soroti, voor de reis hiernaartoe verwijs ik je naar Sara’s blog van afgelopen donderdag. Wij verblijven op de compound van Amecet in een huisje voor ons 3en. Enorm luxe voor Oegandese begrippen; we hebben een eigen keukentje met een gasfornuis en een koelkast, een woonkamer, 2 slaapkamers en een badkamer met douche én zit-wc. Ondanks dat de wc regelmatig de nodige moeite heeft met het wegspoelen van onze uitwerpselen, is een zit-wc een stukje luxe naast de vele hurk-wc’s in Oeganda. Naast ons huisje zijn er op de compound het huis voor de kinderen en nog een stafhuis. In dit stafhuis verblijven de vrijwilligers (op dit moment is er 1 vrijwilliger) en sommigen van de stafleden (aunties). Amecet is een prachtige plek voor kinderen die geen thuis meer hebben. Sommigen zijn enorm verwaarloosd, sommigen zijn gevonden aan de kant van de weg en weer anderen zijn hun moeder verloren tijdens de bevalling. Elk kind wat hier is opgevangen heeft al zoveel meegemaakt in hun korte leventje. Els, de Nederlandse oprichtster van Amecet, vertelde ons wat van deze verhalen. Ontroerend, maar zo mooi om te zien dat de kinderen door deze ‘schuilplaats van vrede’ (de letterlijke betekenis van Amecet N’ainapakin) weer een toekomst kunnen hebben en liefde krijgen. De kindjes in Amecet moesten de eerste dagen nog wat aan ons muzungu’s (blanken) wennen, maar dit wende snel en ze wilden allemaal met ons spelen of knuffelen. Vinden wij meestal helemaal niet erg ;)

Els vertelde woensdag dat we maandag zouden beginnen met stage. We hadden dus nog 4 hele dagen om bij te komen; heerlijk! Daar zijn we ook echt even aan toe na zo’n lange reis. Deze dagen besteden we om Soroti te ontdekken, voor de eerste keer (en 2e, 3e, 4e, 5e en mogelijk 6e keer) een boda te gebruiken. Een boda is een motortaxi. Je kan zo achterop stappen en voor omgerekend nog geen 50 cent word je zonder moeite naar plaats van bestemming gebracht. Verder hebben we op zondag een kerk bezocht, net Hillsong Church; veel nummers van Hillsong. Wat we niet wisten is dat het de opening van een nieuw gebouw was, wat er dus in resulteerde dat we 3 uur lang in de kerk hebben gezeten. Nou vind ik het in Nederland al snel teveel als een dienst een klein beetje te lang duurt, maar hier had ik pas na 2,5 uur door dat het al zo laat was. Wat een feestje!

Vandaag zijn we alle 3 voor het eerst naar onze stageplek geweest. We hebben een soort rotatieschema en wisselen elke 3 weken. Sara start in Amecet, Lisanne in Western Division en ik in Docter’s Plaza. Western Division is wat ze hier een ‘health center’ noemen. Hier worden mensen behandeld die bijvoorbeeld Malaria of HIV/aids hebben. Mensen worden er niet opgenomen, het is puur voor een enkele of terugkomende behandeling die in het health center gedaan kan worden. Als mensen opgenomen moeten worden, worden ze naar ‘the govermental hospital’ gestuurd, in Soroti town.

Docter’s Plaza is een privé ziekenhuis. Afgelopen vrijdag zijn we door Elias naar beide plekken gebracht om ons voor te stellen en te laten zien waar we terecht kwamen. Direct was er al een groot verschil te zien. Western Division zag er armoedig uit, overal zaten patiënten, er was geen goede wachtkamer, etc. Docter’s Plaza was schoon, netjes en zag er rijk uit voor lokale begrippen. We werden voorgesteld aan 1 van de artsen. Bijzondere man. Vriendelijk, maar we krijgen alle drie een vreemd gevoel bij deze arts. Hij zit onderuitgezakt op zijn stoel, dikke pens en kijkt ons aan met een blik waaruit blijkt dat hij ons 3 interessante muzungu’s vindt. Hij vertelt dat ik maandag om 8 uur verwacht wordt. Ik moest op tijd zijn, want er zou een meeting zijn waarin ik voorgesteld zou worden aan het personeel.

Op z’n Hollands sta ik dus vandaag (maandag) om 7:50 bij Docter’s Plaza. Ik stap naar binnen, maar er is niemand te bekennen. Geen receptioniste, geen verpleegkundigen, geen artsen. Alleen een paar mensen waarvan ik gok dat het patiënten zijn. Uiteindelijk komt er een Oegandese met een rood pakje aan mijn kant op en brengt me naar de verpleegkundigen van de nacht. Deze moeten er smakelijk om lachen dat ik zo keurig op tijd ben en vriendelijk als altijd laten ze me lekker even zitten op een stoel. Want een blanke laat je natuurlijk niet staan. Ze vertellen me dat ik die dag met Joy meeloop, dat die elk moment kan komen. Langzaamaan stroomt al het personeel binnen, maar rond 8:15 is er nog geen Joy te bekennen. Ze besluiten om eerst maar de overdracht van de nachtdienst aan de dagdienst te doen van de patiënten die zijn opgenomen in het ziekenhuis. Als we klaar zijn is Joy nog steeds nergens te bekennen, dus moest ik maar weer op een stoel gaan zitten. Om 9 uur komt Joy eindelijk aan, dus de meeting kan beginnen! Tenminste, dat dacht ik. Maar Joy moet zich eerst nog even op haar gemak omkleden, settelen, rustig bijkomen, etc. Mensen die mij een beetje kennen weten dat ik niet heel geduldig ben, dus dat mijn irritaties diep van binnen al behoorlijk beginnen te borrelen. Maar, dit is Afrika, ik heb gewoon nog even geduld en maak me niet druk. Uiteindelijk begint de meeting om 9:15. Als iedereen er is begint de directeur met de planning van de dag. Ik kijk ondertussen nog eens rond en, geloof het of niet, Joy is nergens te bekennen. Ruim een uur gewacht en uiteindelijk is ze niet eens bij de meeting aanwezig.. Dit kan dus gewoon in Oeganda. Tijdens de meeting wordt ik voorgesteld aan al het personeel en worden er door verschillende personeelsleden hun bevindingen van de afgelopen week gedeeld. Daarnaast wordt er nog een soort pep talk gehouden door de directeur en wordt de week gezamenlijk beginnen met gebed.

Na de meeting wordt ik door een verpleegkundige weer naar Joy gestuurd. Maar Joy is niet in the mood om me op sleeptouw te nemen en is opeens verdwenen. Na een kwartier nutteloos op een stoel te hebben gezeten komt een mannelijke verpleegkundige me halen en zegt dat ik dan wel met hem mee mag vandaag. Opgelucht loop ik achter deze broeder aan en heb helemaal zin om te zien wat voor werk de verpleegkundigen allemaal doen op een dag. We beginnen met de artsenvisite; we lopen langs alle patiënten met de arts en er wordt verteld waar de patiënt voor opgenomen is en wat het plan voor vandaag is. Ik volg hier vrij weinig van aangezien ik het Ugandese Engels maar moeilijk te verstaan vind. 1 op 1 gaat het prima, maar als ze in hun element zijn en met elkaar in gesprek zijn versta ik nog niet de helft van wat er gezegd wordt. Na de artsenvisite mag ik, hoe verassend, weer lekker gaan zitten. Ik moest maar even landen. De broeder ‘is zo terug’, hij moet even wat pakken. ‘zo’, blijkt dus zomaar een halfuur te zijn. Ik heb me zelden zo nutteloos gevoeld. Rond 2 uur is mijn bestelde lunch klaar en wordt ik als enige geroepen. Gehoorzaam loop ik achter deze mevrouw aan en zie dat er nog niemand zit. We eten zeker om en om. Ik zit nog maar net of daar komt de directeur aan en vrijwel direct de vrouw van het eten met 2 borden. De directeur deelt met gepaste trots mee dat hij met Esther mag eten. Wat een voorrecht. Nogal ongemakkelijk begin ik met eten. Tijdens het eten worden langzaamaan de rest van de personeelsleden geroepen. Eerst de dokters, daarna de directie, de verpleegkundigen en als laatsten volgen de schoonmakers. De directeur, en ik dus ook, mogen het langst blijven zitten. Enorm ongemakkelijk en totaal niks voor mij. Ik zal eraan moeten wennen.

Na de lunch gaat het nog niet heel anders dan ervoor. Ik heb een antibiotica gegeven en heb geassisteerd bij het verzorgen van een wond. Verder heb ik vooral gezeten. Me afgevraagd waar iedereen toch uithangt. En me verbaasd over het verschil met Nederland. Alles wat ik vandaag heb gedaan had ik in een Nederlands ziekenhuis in een uurtje kunnen doen als ik een beetje had aangepoot. Maar het idee van hoe het er in een Nederlands ziekenhuis aan toe gaat en wat ik daar had kunnen doen moet ik hier los gaan laten en ik moet gaan wennen aan de Afrikaanse werkflow. Hard werken is echt heel Nederlands, zo ook 5 minuten van te voren omgekleed op de werkvloer staan. Al met al dus een dag van veel indrukken, een dag waar mijn zitvlees flink op de proef is gesteld en vooral een dag waar ik veel heb kunnen proeven van de Oegandese cultuur. Morgen sta ik weer stip 8:00 op de drempel van het ziekenhuis. Dat Nederlandse is er natuurlijk niet gelijk na een dag uit. Ik ben benieuwd wat deze weken in dit ziekenhuis me verder gaan bieden!

Foto’s

5 Reacties

  1. Corinne Plaisier:
    16 oktober 2017
    O Es, ze kunnen veel van jou vragen, maar een dag op een stoel zitten....wat een beproeving!
    Maar het gaat je lukken, en na een paar dagen weet je vast zelf wel wat je kan gaan doen. Ik denk dat je over 4 maanden als een heeel geduldig mens terugkomt :)
  2. Janet:
    16 oktober 2017
    Wat super leuk om te lezen Esther, je schrijfstijl is echt heerlijk! Ik ga je avonturen trouw volgen :)
  3. Willemijn:
    17 oktober 2017
    He Esther, zo leuk om te lezen en super herkenbaar haha. Vooral ook dat die joy nergens meer te bekennen was haha. Ik heb zo weer een aantal situaties voor me. Meid, heel veel succes met alles! Ook het tempo hihi. Ik ga je volgen en ben super benieuwd naar je verhalen! Je kan het! Liefs Willemijn
  4. Joke spaander:
    17 oktober 2017
    Super leuk om jouw/ jullie verhalen te lezen
    Ja je geduld wordt er op de proef gesteld maar alles wend
    Veel succes
  5. Gerben:
    17 oktober 2017
    Haha wat een mooi verhaal, ik zie helemaal voor me hoe jij daar met borrelende irritaties op een stoel zit te wachten.
    Maar goed, je zal er met dit tempo in ieder geval niet snel moe van worden!